Wat zijn de voorwaarden?

1. Je moet de fiets regelmatig gebruiken voor woon-werkverkeer
Gebruik je de fiets ook privé en fiets je eigenlijk nooit naar het werk? Dan ziet de fiscus dat als een extra voordeel, en wordt het beschouwd als een belasstbaar voordeel van alle aard. Lees : je moet er belasting op betalen. 

2. De fiets moet eigendom zijn van de vennootschap
De fiets moet door de vennootschap gekocht of geleased zijn en ook eigendom blijven van de vennootschap. Koop jij zelf de fiets en betaalt de vennootschap je terug? Dan geldt het belastingvoordeel niet.

3. Je kiest in je belastingaangifte voor de forfaitaire beroepskosten
In je personenbelastingaangifte moet je kiezen voor de forfaitaire beroepskosten. Bewijs je in plaats daarvan de werkelijke kosten? Dan verlies je het belastingvoordeel voor de bedrijfsfiets.

4. Je privéadres als vestiging? Let op!
Als je bedrijf op je thuisadres is gevestigd, is het moeilijker om te bewijzen dat je echt woon-werkverkeer doet. De fiscus kijkt hier streng naar.

5. Het gebruik moet op de loonfiche staan
Vanaf 2024 moet het voordeel van de bedrijfsfiets vermeld worden op fiche 281.20, ook als het belastingvrij is.

Wat met kosten en accessoires?

Helmen, fietstassen, sloten enz. zijn ook fiscaal aftrekbaar. Tenzij je die helm alleen opzet voor je zondagse mountainbikerit natuurlijk!

Aankoop-, lease- en onderhoudskosten zijn volledig aftrekbaar van de belastbare winst van de vennootschap. Btw mag je meestal niet aftrekken, want woon-werkverkeer telt voor btw als privégebruik.

Mag je ook een fietsvergoeding krijgen?

Ja, dat mag. Je kan een onbelaste fietsvergoeding krijgen bovenop de bedrijfsfiets. Maar dan moet je als bedrijfsleider ook effectief met je eigen fiets naar het werk fietsen voor (een deel van) het traject.

Leg alles schriftelijk vast

Wil je problemen met de fiscus vermijden? Zorg dan dat je alles op papier zet. Bijvoorbeeld via een beslissing van de algemene vergadering of het bestuur. Zo toon je makkelijk aan dat alles correct verloopt.