Minimumloon

Als bedrijfsleider in een kleine vennootschap kies je helemaal zelf hoeveel loon je jezelf uitkeert. Maar als je jezelf minstens een bruto jaarloon van 45.000 euro uitkeert, profiteer je van een verlaagd tarief van 20 procent op de eerste 100.000 euro winst. Keer je jezelf minder of helemaal geen loon uit? Dan betaal je het standaardtarief van 25 procent op je winst. Er bestaan op deze zogenaamde “minimumbezoldiging” wel wat uitzonderingen, bijvoorbeeld voor startende ondernemingen of ondernemingen met een beperkte winst.

De regering-De Wever heeft ambitieuze plannen om het minimumloon te verhogen naar 50.000 euro en dit jaarlijks te indexeren. Als je in het nieuwe systeem wil blijven profiteren van het verlaagde tarief, dan zou je jouw loon dus elk jaar moeten optrekken. Toch is een hoge bezoldiging fiscaal niet altijd even interessant. Als de wet groen licht krijgt, wordt het dus cruciaal voor elke bedrijfsleider om het verloningspakket opnieuw onder de loep te nemen en te optimaliseren!

Voordelen alle aard

Naast de verhoging komt er mogelijk nog een nieuwe voorwaarde: de voordelen alle aard van de bedrijfsleider mogen maximaal 20% van het jaarloon bedragen. Dat betekent dat als je jezelf geen of nauwelijks een loon uitkeert en in plaats daarvan een uitgesteld inkomen via dividenden ontvangt, de voordelen zoals bedrijfswagen, smartphone, internet en woning beperkt zijn tot 20% van je jaarloon.

Kortom: sociale lasten, VAPZ en bepaalde voordelen mogen samen niet meer dan 10.000 euro per jaar bedragen.

Let op: dit is nog toekomstmuziek, want de wet is nog niet goedgekeurd. Volgens het regeerakkoord treden deze veranderingen sowieso pas in 2026 in werking. We blijven dit nauwlettend volgen en houden je op de hoogte voor het beste advies!