Uitbreiding van aantal sectoren
In 2023 kon je flexi-jobben in 10 sectoren, zoals horeca, sport, kappers en retail. Vanaf 2024 zullen werkgevers uit 12 extra sectoren beroep kunnen doen op flexi-jobbers. Denk aan kinderopvang, onderwijs, voeding, automechanica, bussen en autocars, land- en tuinbouw, begrafenisondernemingen, publieke sport- en cultuursector, rijscholen, eventsector en de verhuis- en immosector.
Inkomenslimiet van 12.000 euro netto
Vanaf 1 januari 2024 geldt er een inkomenslimiet als je je flexi-job combineert met een hoofdberoep. Als je met je flexi-job meer dan € 12.000 netto per jaar verdient, zal je belastingen moeten betalen over je bijverdiensten. Deze regel geldt niet voor gepensioneerde flexi-jobbers: zij mogen onbeperkt bijverdienen.
Wettelijk minimumloon
De federale regering stelt een loongrens voor niet-gepensioneerde flexi-jobbers, maar biedt in ruil meer sociale bescherming: vanaf januari 2024 ontvang je als flexi een uitbetaling volgens het wettelijk minimumloon van de sector waarin je werkt. Dit zogenaamde baremaloon wordt gebaseerd op je functie. Alleen in de horeca houdt het minimumloon van €12,05 per uur (incl. vakantiegeld) stand.
Vaste job ≠ flexi-job bij dezelfde ‘verbonden’ werkgever
Werk je als vaste medewerker (lees: met arbeidsovereenkomst) in een broodjeszaak en wil je daar voortaan ook flexi-jobben? Dan ben je eraan voor de moeite. Het is verboden om als flexi-jobber te werken bij dezelfde werkgever waar je al minstens 80% van je tijd (als werknemer) actief bent in hetzelfde kwartaal.
Vanaf 2024 is het ook niet meer toegestaan om een flexi-jobber in te zetten bij een ‘verbonden’ onderneming. Dit betekent dat een werknemer met een arbeidscontract bij een werkgever niet als flexi-jobber kan werken bij een verbonden bedrijf. Denk bijvoorbeeld aan een arbeider die voor een zaakvoerder werkt met bouwbedrijf A en B. Onder de nieuwe wetgeving is de arbeider in loondienst bij bedrijf A en mag hij niet als flexi-jobber voor bedrijf B werken.
Verhoging van de bijzondere patronale bijdrage
De bijzondere bijdrage die werkgevers moeten betalen op het flexiloon en het flexivakantiegeld stijgt van 25% naar 28% voor alle flexi-jobs.
Benieuwd naar de basisprincipes van flexi-jobben? Lees dan onze blogpost over eerste hulp bij flexi-jobbers. Ben je een werkgever en heb je (complexe) vragen over flexi-jobs? Mail ons op info@kroton.be